Cameretten, als vanouds in het Rotterdamse Luxor Theater. De eerste voorronde wordt gepresenteerd door Richard Groenendijk, ooit zelf Cameretten-deelnemer maar destijds met weinig succes. Gelukkig heeft hij doorgezet en het publiek lacht smakelijk.
Vanavond optredens van Rozendaal en Van Alten, Keimpe Wiersma en Marc-Marie Huijbregts.
De eerste deelnemer is het duo Rozendaal en Van Alten. Zij haalden vorige maand de finale van het Groninger Studenten Cabaret Festival, maar het publiek daar bleek de voorstelling en wellicht cabaret in het geheel niet zo goed te begrijpen. Ze zouden discriminerende taal uitslaan.
Inderdaad komen in het begin twee (dus Verenigde) Nazi’s op met vrolijk gekleurde soldatenhelmen, maar het Rotterdamse publiek heeft blijkbaar door dat het cabaret is. Met ‘Sluit je aan’ hebben ze een fraaie parodie op strijdliederen gemaakt.
Als rode draad fungeert de verjaardag van Tante Leopard waarbij haar man, De Generaal, onverwacht thuiskomt. Na een extreem spelletje scrabble volgt er een lied over een siervishandelaar die wanhopig zijn vissen aan de man probeert te brengen. Het achtergrondgeluid was leuk (met een rietje in een glas water blazen), maar de uitwerking was wat saai. Het kon me in ieder geval niet boeien. Pas toen de handelaar wel erg wanhopig werd was ik er weer even bij. Liedjes waarin op een mooie wijze de omgeving wordt bezongen worden fraai bespot in een lied waar vele dergelijke plaatsbepalingen achter elkaar zijn geplakt. De reprise van ‘Sluit je aan’ wordt gevolgd door een afsluitend lied waarbij de beide heren op de rand van het podium (onversterkt) een wijze raad hebben voor meisjes die willen trouwen met een soldaat.
Groenendijk (nu in een roze/zilveren pak met extravangante pijpen) praat de tijd tussen twee acts vol met een grappig verhaal over de zanglessen die hij van Karin Bloemen kreeg.
Keimpe Wiersma opent met een protestlied over de Wadden. Na al het milieuvriendelijk gezever was ‘Fuck de Wadden’ een vrolijke afwisseling. Een lied met veel, echt heel veel het woord ‘fuck’ erin. Een korter refrein en wat meer coupletten zou beter zijn. Desalniettemin dreigde het op het eind nog een meezinger te worden. Vervolgens een leuke sketch met Fries accent over een bus vol hoeren. Af en toe flauw, maar met leuke grappen tussendoor. In een liedje (met een hele lange aanloop) speelt hij een ‘psychisch gestoord’ iemand. Dat moge duidelijk zijn, want hij schreeuwt het de zaal in. Wat volgt is een nummer waarin hij wat huppelt op het ritme van de muziek. “Dit is belachelijk,” zegt ie zelf. Inderdaad, snel schrappen. Het liedje waarin hij als pedofiel (over politiek correcter gezegd: een pederast) zijn liefde verklaard aan een meisje in een grote stad is vraag. En overigens in vlekkeloos Duits. Daarna volgde de wat flauwe imitaties uitmondend in een imitatie van Herman van Veen. En dat had de winnaar van vorig jaar al gedaan. Na een leuk lied met eindeloos veel zijsprongen eindigt dit ‘sullencabaret’ (lijkt me wel een aardige omschrijving) met dezelfde vervelende ‘dans’-act aan het begin.
Als laatste deelnemer is Marc-Marie Huijbregts aan de beurt. Vooraf werd hij al door ‘insiders’ (lekker vage term voor medewerkers van de organisatie) getipt als grote kanshebber voor de zege. Huijbregts heeft een aparte stem. Later zou hij ook vertellen dat hij veel voor meisje wordt aangezien. Zoals het een goed stand-up comedian betaamt zet hij dit mogelijk onderwerp voor spot meteen om in een sterke grap. Mede-Comedytrain-er Jan-Jaap van der Wal heeft een hazelip en doet dat ook zo grandioos. Huijbregts zit in een kamerjas op een tafel in het midden van een podium. En daar zit hij al drie jaar zegt hij zelf. Na duidelijk aandringen van zijn vader en de eigenaardige zelfmoord van zijn moeder. Na een amusant verhaal over de thuissituatie en een harde grap over de Thaise oppas bekent Huijbregts dat hij niet goed kon communiceren met zijn vader. Daarom heeft hij zich heeft opgesloten in een wereld van pen en papier. Zijn vader heeft zijn jeugd verpest. Zijn vader…