Gerard Cox is één van de artiesten die op 19 april zal optreden tijdens het Koningsdagconcert in Rotterdam.
Het Koningsdagconcert wordt op Koningsdag uitgezonden door de NTR op NPO 2 van 20.25 tot 21.20 uur. Kaarten zijn vanaf vrijdag 10 maart 10.00 uur verkrijgbaar via onderstaande link:
–www.koningsdaginrotterdam.nl
Ruim 56 jaar geleden veroorzaakt Cox consternatie met zijn uitvoering van ‘Arme ouwe’ over Koningin Juliana.
Voor het programma ‘Relderelderel’ van Cabaret Lurelei uit 1966 schrijft Guus Vleugel de tekst voor dit lied, met muziek van Rogier van Otterlo en vertolkt door Gerard Cox. In ‘Arme ouwe’ zingt een provo zijn gemengde gevoelens voor koningin Juliana. Hoewel hij kotst op de monarchie, gaat hij niet protesteren op Prinsjesdag omdat hij Juliana identificeert met zijn ouwe moeder. Natuurlijk is ze niet arm, want ze is ‘ontzettend rijk’. Maar hij vindt haar aandoenlijk en heeft ook mededogen met haar als ze weer ergens moet opdraven. En dus zingt hij ‘Arme ouwe, blijf maar zitten op je troon / Ach, wat zouen we jou daar nou af gaan douwen”
Voorafgaand aan de premiere op 27 oktober lopen de gemoederen al op. Bij een optreden in Hengelo op 3 oktober wordt het lied voor het eerst gezongen. Enkele bezoekers protesteren en na afloop vraagt de Hengelose politie de tekst op. Tijdens andere voorstellingen wordt vervolgens er soms wat geroepen tijdens het lied, maar gebeurt er niet veel. Op 18 oktober bij een try-out in Tiel verlaat echter een deel van het publiek woedend de zaal. En een dag na de première in Amsterdam wordt proces-verbaal opgemaakt tegen Eric Herfst (leider van het gezelschap), Guus Vleugel en Gerard Cox – op verdenking van majesteitsschennis.
–Berend Boudewijn interviewt Herfst, Vleugel en Cox in 1966
Guus Vleugel ontvangt een brief van Wim Kan: “Als het een proces wordt, mag ik dan getuige à décharge zijn? Ontzettend leuk en Annie Schmidt ook, die wilde ook al een hele toestand teweegbrengen, begrijp je? Het was waarschijnlijk een hele leuke troep geworden met het hele Nederlandse cabaret in de rechtszaal.”
Tot vervolging komt het niet, wordt bekend gemaakt op 18 november 1966. Waarna volgens Gerard Cox Wim Kan verklaart dat Lurelei in mr. Hartsuiker, de Amsterdamse officier van justitie, de beste publiciteitsman had die het zich kon wensen. Desondanks blijven de rest van het seizoen er mensen komen die vrijwel de hele voorstelling blijven zitten totdat ze tijdens het lied (dat dicht aan het eind zat) uit protest de zaal konden verlaten.
Wie het nu terugluistert zal zich ook afvragen waarom men toen zo boos was, maar veel mensen vielen over het ‘grof’ en ‘onkies’ taalgebruik in een tijd waarin je werd geacht om met eerbied over het koningshuis te spreken. Desondanks wilde platenmaatschappij Phonogram het nummer niet op plaat uitbrengen. Ook CNR durde niet. Uiteindelijk zijn er alsnog opnames bewaard gebleven dankzij Gerard Hulshof van de KRO, de man van het radioprogramma Cursief.
Hieronder de volledige tekst van het lied.
Arme Ouwe
’t Is Prinsjesdag vandaag
En alle andre Provo’s zijn vertrokken naar Den Haag
Maar ik ben d’r niet bij
‘k Ben netjes thuisgebleven, want ze hebben niks aan mij
Niet dat ik pro Oranje ben, ik haat de monarchie
Ik kan wel kotsen als ik Trix of Claus of Bernhard zie
En Juliaan is ook niet veel, dat geef ik dadelijk toe
Ze is volstrekt verwerpelijk, maar ze lijkt zo op me moe
Die heeft ongeveer hetzelfde soort figuur
Die heeft ook zoiets onzekers in haar ogen
Die kan ook zo prutsen aan d’r brilmontuur
Als ze bang is dat de mensen haar niet mogen
En in Den Haag had ik dus nooit
Een rookbom naar d’r koets gegooid
Ik had het echt niet opgebracht
En enkel maar gedachtArme ouwe, blijf maar zitten op je troon
Ach, wat zouen we jou daar nou af gaan douwen
Blijf maar zitten, net als vroeger, doodgewoon
Arme ouwe, arme ouweLaatst op het filmjournaal
Toen zag ik ‘r weer staan, bij een of ander stoomgemaal
Ze kreeg uiteengezet
Hoe of die dingen werken, door een klootzak in jacquet
Ze luisterde geinteresseerd naar al ’t geouwehoer
Al snapt het mens van stoomgemalen heus niet ene moer
En toch maar dapper knikken, als een vriendelijke koe
Toen dacht ik weer: Verdomd, het is precies mijn eigen moe
Er is heel wat aan d’r loos, dat weet ik best
Maar mijn moeder heeft dezelfde mankementen
Die is ook zo bijgelovig als de pest
Die is af en toe ook aardig op de centen
En toen ze over ’t filmdoek schreed
Als altijd niet te best gekleed
Toen was het eigenlijk zo’n dot
En dacht ik weer: Ach godArme ouwe, blijf maar zitten op je troon
Ach, wat zouen we jou daar nou af gaan douwen
Blijf maar zitten, net als vroeger, doodgewoon
Arme ouwe, arme ouweIk weet, het is gezeik
Ze is geen arme ouwe, want ze is ontzettend rijk
En als ik haar niet zie
Dan heb ik heus geen last van een teveel aan sympathie
Ik ben nu voor ons blaadje aan het werk aan een cartoon
Vandaag is ’t immers Prinsjesdag, dan moet een mens wat doen
Een dame met een kroontje en een bril zit op ’t toilet
En veegt ‘r gat af aan een duizendguldenbankbiljet
Je kan zeggen, dat is niet bijzonder fijn
En ik ben de eerste om dat toe te geven
Maar dat zal me zo een grote rotzorg zijn
Als uiteindelijk die troep wordt opgeheven
Al voeg ik daar meteen aan toe
Dat ik nou wel erg kranig doe
Maar mocht ik ‘r dan ooit nog zien
Dan dacht ik toch, misschienArme ouwe, blijf maar zitten op je troon
Ach, wat zouen we jou daar nou af gaan douwen
Blijf maar zitten, net als vroeger, doodgewoon
Arme ouwe, arme ouwe