Belangenorganisaties VSCD en VNPF, die samen 275 schouwburgen, concertzalen, poppodia en -festivals vertegenwoordigen, en ook Kunsten ‘92, pleiten voor het behoud van het lage btw-tarief van 9% voor toegangskaartjes voor Nederlandse podia.
Met het voornemen van het kabinet om het lage btw-tarief (9%) af te schaffen zien zij directe gevolgen voor de betaalbaarheid en toegankelijkheid van podia en cultuur in het algemeen. En dat in tijden waarin podia net herstellen van de pandemie, en de onkosten voor podia door de hoge inflatie en energiekosten juist toenemen. VSCD (Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties), VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals) en Kunsten ‘92 zien niet in hoe het schrappen of verhogen van het lage tarief doelmatig of doeltreffend zou kunnen zijn zonder de culturele en creatieve sector hard te raken.
Uit het persbericht: “Voor de cultuursector hangen wijzigingen in het btw-tarief samen met het denken over een toekomstig cultuurnotastelsel, de herziening van de arbeidsmarkt, invoering van fair practice en verduurzaming van hun werkwijze en gebouwen. Het ad hoc aanpassen van het lage btw-tarief als bezuinigingsoptie maakt dat podia financieel in de verdrukking komen met alle uitdagingen waar zij voor staan.
Daarbij stellen VSCD en VNPF dat de afspraak uit 1998 (invoering van het lage btw tarief als compensatie voor de meerkosten vanwege invoering Arbeidstijdenwet) nog altijd staat en deze niet eenzijdig kan worden opgezegd zonder redelijke compensatie. De arbeidstijdenwet is immers nog steeds van kracht met alle meerkosten van dien. Het ministerie van Financiën maakte onlangs met het ministerie van OCW een Evaluatie van het verlaagde btw tarief, hieruit blijkt onomwonden dat de verlaging effectief is geweest voor de culturele sector.
Het invoeren van het hoge BTW tarief betekent een prijsstijging van 12% die podia niet kunnen verrekenen in de toegangsprijs. Dit levert een extra kostenpost van 36,7 miljoen euro (prijspeil 2019) op voor de huidige 275 podia die bij VSCD en VNPF aangesloten zijn. Hoewel dit op de totale omzet zo’n 3% bedraagt is dit een zoveelste, zware tegenvaller voor de podia. En dat in een periode waarin personeelskosten (CAO, tekorten, Fair Pay) en energiekosten (met noodzakelijke grote investeringen in verduurzaming van gebouwen) ongekend toenemen.
Een verhoging betekent ook dat de podiumkunsten compensatie nodig hebben. Zo moet het verlies van 36,7 miljoen euro in de vorm van subsidie voor podia beschikbaar komen, zodat de toegangsprijzen niet hoeven te stijgen en podia toegankelijk blijven voor iedereen.”