Seizoen 2021-2022
Hij wordt vanzelf moe (reprise)
-speellijst
Bert leest Kees
-speellijst
Over 'Hij wordt vanzelf moe'
"Bert Visscher doet al jaren erg zijn best om orde te scheppen in de door hem zelf gecreeerde chaos. Hij nam u mee langs ijsbanen, kolenmijnen, vuurtorens, vliegvelden, verlaten stations en bordelen en probeerde telkens vol vuur te redden wat eigenlijk al niet meer te redden viel. Hij zal het wel nooit leren, want opnieuw dreigt er een puinhoop. Het begint al met een verhaal over de thuiskomst van zigeunerfamilie Tokko Pepetto. Vreemd, een zigeuner heeft immers geen thuis, anders is het geen zigeuner. En moeten die woonwagens nou uitgerekend op de plek komen waar strijkijzerhandel 'De Uitstrijk' windmolens wil bouwen? Visscher stort zich er weer vol in. Laat hem maar razen: 'Hij wordt vanzelf moe'."
Laatste nieuws
-al het nieuws over Bert Visscher
Bio.txt
Nog op de havo richt Visscher (Groningen, 1960) met een aantal vrienden de cabaretgroep Filter op. Met Visscher
als spil maakt Filter, tot de opheffing in 1983 vier programma's.
In 1981 doen zij mee aan het Camerettenfestival waar Visscher de Persoonlijkheidsprijs wegsleept.
Een jaar na het einde van Filter staat hij al op het podium met zijn eerste soloprogramma 'Desnoods geblinddoekt
op één been' (1984).
Naast het theater stond hij twee jaar voor de klas in het lager onderwijs en werkte hij voor Radio Noord. Na 'Bij Parijs linksaf'
komt het grotere succes met 'Een tango aan de Dnjepr', waarin hij op een camping de aandacht probeert te trekken van ene Natasja.
In 'Voor ons hoeft het niet' speelt hij een behoorlijk gestoorde stationschef van het voormalige station Fisk. Wanhopig wacht hij
op een lift naar de buitenwereld.
In zijn programma's gaat Visscher als een bezetene te keer. Hij springt, danst, schreeuwt, stouwt, buitelt, rochelt, piept en blaft.
De humor is veelal absurdistisch met halve liedjes en schijnbaar stuurloos geklets.
Zijn eerste soloprogramma's waren nog ontzettend verwarrend en sprongen van de hak op de tak. Later streeft Visscher
naar het vinden van een verband tussen de vele verschillende scenes, een soort van rode draad. In 'Jammer' is die draad een circus en
in 'Fijne nuances' vertelt hij het publiek, zittend op de rand van een enorm hemelbed, dat hij als prins zeven nachten wakker moet
blijven om te voorkomen hij in een pompoen verandert.