Zojuist heeft Lonneke Dort de juryprijs gewonnen van de AKF Sonneveldprijs (voorheen het Concours om de Wim Sonneveldprijs). De publieksprijs is voor Daniëlle Schel.
Andere finalist was het duo De Lachende Derde (Sophie de Hart & Wouter van Dijk). De finale van deze dertigste editie werd gehouden in De Kleine Komedie in Amsterdam.
Lonneke Dort won in 2011 het Griffioen Zuidplein Cabaret Festival. Daarna schreef ze zich in bij de cabaretopleiding van de Koningstheateracademie waar ze in 2015 afstudeerde. Daarnaast is ze aangesloten bij het improvisatiegezelschap Flunknarf en is ze de zangeres van de alternatieve pop-rock band Instant Matter.
Schel maakte eerder twee festivalprogramma’s. Met één hiervan won ze in 2011 de juryprijs van het Café Theater Festival in Utrecht.
Vanaf september zijn alle finalisten met een tournee door het hele land te zien.
–www.amsterdamskleinkunstfestival.nl
foto: Jaap Reedijk
Jury opening
De AKF-Sonneveldprijs is een béétje een wedstrijd, een béétje een talentenjacht, maar voor het allergrootste deel een traject. Waarin jonge theatermakers hun eigen mogelijkheden beter leren ontdekken en hun talenten met hulp van professionals verder kunnen ontwikkelen. Talentontwikkeling en begeleiding zijn de fundamenten waarop dit kleinkunstfestival dertig jaar geleden is gebouwd en dat is altijd zo gebleven.
De zes halve-finalisten hebben de afgelopen maanden tijdens een tournee ontdekt wat hun materiaal waard is en welk effect het heeft op publiek.
Ze hebben ook al kennisgemaakt met de romantiek van het vak, en tegelijk de andere kant ervaren met:
-halflege zaaltjes
-weglopende toeschouwers
-telefoons die afgaan op cruciale momenten
-grappen die niet goed vallen
-bezemhokken als kleedkamer
-haperende techniek
-en onmogelijke plekken waarnaar je een halve dag onderweg bent en waar geen afhaalchinees te bekennen is.
Dat is, óók als je dit festival winnend afsluit, niet voorbij. Winnen betekent niet dat de poorten van alle theaters wagenwijd voor je open gaan staan. Evenmin hoeft het níet winnen van deze finale, of zelfs afvallen in de halve finale, een signaal te zijn dat je het verder maar moet vergeten. Vraag het maar aan Richard Groenendijk, Pieter Derks, Claudia de Breij en NUHR, zoals Jelle net ook al zei.
Elke jury en ook elke selectiecommissie van de voorrondes heeft een eigen, soms geheel nieuwe kijk op een kandidaat en de voorstelling waarmee deze op het podium staat. Weliswaar wordt de totale ontwikkeling gedurende het traject goed in de gaten gehouden door juryleden en AKF-medewerkers die gedurende meerdere rondes kijken en luisteren, maar hoe verder je komt, hoe hoger de lat komt te liggen.
Een jury van finale-rondes begint deels weer met een frisse blik. Ook vaak een strengere blik. Een jurytaak komt neer op: het is ook nooit goed of het is verkeerd. Als u het netjes kunt houden, mag u ook na afloop van deze finale weer tegen ons zeggen dat u het er niet mee eens bent.
Het vergelijken van kandidaten en hun programma’s is als het bekende appels- en perenwerk: de grootste overeenkomst in het werk van de zes halvefinalisten, en nu dus de drie finalisten, is dat ze allemaal Nederlands spreken. We zagen vermakelijk variété, slimme satire, humoristische stand-up, welluidende luisterpop en stuiterend cabaret. Een echt ‘kleinkunstfestival’ dus.
Het was een uiterst muzikale aflevering. Tijdens deze finale, gedomineerd door de vrouwen, was het lied een veelgebruikt glijmiddel om de ernst en de humor van het leven bij ons naar binnen te werken.
Een lied kan vaak in een paar minuten meer zenuwen raken dan een gesproken tekst van dubbele lengte.
Eén van onze juryleden is er een expert in.
Als we uit al die diversiteit het meest-belovende willen selecteren gelden criteria als: de kwaliteit van de presentatie, de teksten, de muziek en de zang,
de opbouw van het programma, de samenhang, originaliteit, contact met het publiek, spelplezier, humor, ironie, het gebruik van typetjes als doel of middel en natuurlijk – daar is het weer – engagement en maatschappelijke relevantie.
Was het altijd relevant wat deze zes jonge theatermakers de afgelopen avonden hadden te vertellen? Nee. We hoorden het duo ‘De Lachende Derde’ vanavond zingen: ‘de wereld staat in de fik en ik ben alleen’.
Het duo vat met deze zin – zij het onbedoeld – voor ons treffend samen wat we dachten en voelden tijdens onze juryberaadslaging.
Vragen jonge – en ook al niet meer zo jonge – theatermakers zich niet af of ze wel relevant zijn en interessant als ze hun bankzitten, het smachten naar een vriendje of vriendinnetje en het swipen over hun schermpjes tot hoofdthema’s van hun programma maken?
Natuurlijk, ook een persoonlijk verhaal kan, mits goed gebracht, waardevol en boeiend zijn. Als het maar écht en geloofwaardig is. Maar als je alleen bent, zonder een vriendje of een vriendinnetje en je weet dat de wereld in de fik staat, sta dan eens op. Doe die gordijnen open die je het zicht naar buiten ontnemen. Je bent alleen, je hebt dus alle tijd! Help mee die fik te blussen. Met een verhaal en een lied. Maak jezelf relevant!
Juryrapporten
De Lachende Derde
Een gek wijf met een fijne stem, een virtuoos gitarist die van wanten weet en af en toe ook eens zijn rol opeist. Sophie de Hart en Wouter van Dijk, samen ‘De Lachende Derde’ lieten ons zaterdagavond eerst diep zuchten met het begin van hun programma, maar nu was het een stuk aangenamer. Natuurlijk, het meisje dat haar eigen wereld heeft ingekaderd in haar schermpje en een vriendje zoekt op Tinder is er nog. Alsof dat het enige is dat een leven vervolmaakt. De Lachende Derde neemt echter prima revanche met de laatste twintig minuten. Daaruit blijkt hoe hard er de afgelopen maanden is gewerkt en ook nagedacht. Dan weten ze ineens de eigen navel met de wereld te verbinden in een nummer met die regel, die we al eerder aanhaalden: ‘De wereld staat in de fik en ik ben alleen.’ Dán gaat de hysterie ook een doel dienen. Een smartlap zingen is niet de meest interessante keuze, maar Sophie weet er wel geweldig raad mee. Eigenzinnig en met een sterke fysiek. Zij gooit zichzelf er helemaal in en hij speelt virtuoos.
Nog lang niet alles is even origineel en goed, soms zoeken ze de gemakkelijkste weg. Ook aan de kwaliteit van de liedteksten moet De Lachende Derde nog behoorlijk gaan schaven. En de directe communicatie met de zaal wordt gemist.
Lonneke Dort – Want laten we wel wezen
Er klopt iets niet aan deze vrouw, merkten we na de halve finales op. En als er iets niet klopt, wordt het boeiend.
Want Lonneke Dort staat zeer ‘laid back’ op het toneel en houdt haar ijzige onverstoorbaarheid consequent vol. Mooi is de vondst om het toneel klein te maken met een kader, waar zij uit kan stappen. Lonneke heeft sterke liedjes die taalvaardigheid laten horen en die kleine verrassingen in petto hebben. Ze begeleidt die woorden met gortdroge mimiek, een opgetrokken wenkbrauw en soms met een blik waar je even in blijft hangen.
Hoe minimaal de middelen ook zijn waarvan ze zich bedient, ze woekert er effectief mee en Lonneke Dort weet zichzelf er steeds spannend mee te houden. Behalve wanneer ze zich een enkele keer waagt aan een te lang verhaal om de liedjes te verbinden. Dan vliegt de spanningsboog de zaal uit en heeft ze geen houvast meer.
Er gaat een heerlijk soort gevaar van haar uit.
Daardoor blijf je naar haar kijken en luisteren, altijd een beetje op je hoede.
Afgelopen zaterdag had deze jury de kritiek dat Lonneke te sterk de nadruk legde op het thema ‘relaties’. Maar zij heeft ons toch even op ons nummer gezet, want een tweede keer luisteren levert een ander beeld op.
Ze heeft sterke teksten, met vileine prikkelende kijkjes op de grote thema’s, zoals in Mij Mij Mij. Ook haar stem is steviger dan we van haar hoorden.
Deze vrouw, die haar publiek naar haar hand kan zetten in een meezinger met een foute tekst, hoort thuis op een podium.
Daniëlle Schel – Slagbeurt
Daniëlle Schel heeft een programma met een kop en een staart gemaakt, waarmee ze de jury en het publiek overtuigde. Een programma vol originele en ook eigentijdse thema’s en vondsten. Haar typetjes zijn sterk, doen een beetje pijn aan je hart en schuren op een fijne manier de lachspieren. Mooi is de Duitse praatpaal waarbij ze uithuilt en waarvan ze nog troost krijgt ook.
Daniëlle vertelt een goed verhaal over de worsteling in haar leven. Ze wordt daarin begeleid door een fijne gitarist die aan de zijkant van het podium effectief en dienstbaar de blues laat klinken.
Muzikaal en technisch is ‘Slagbeurt’ knap gemonteerd . Al zijn vooral de up-tempoliedjes te eenvormig van melodie en stijl. Daniëlle heeft een prima zangstem, maar net als in haar praten mag het hier en daar best wat minder schreeuwerig en mag er wat meer rust in. We zagen een persoonlijkheid in de bloei van haar leven, zoals ze zelf in haar programma al zegt: op haar best.
De AKF Sonneveldprijs 2017 gaat naar:
1. Lonneke Dort
2. Danielle Schel
3. De Lachende Derde